Uitgeklaard: Digitaal partnergeweld

Nieuws

Partnergeweld kan verschillende vormen aannemen: fysiek, psychologisch, seksueel, economisch… Een bijkomende moeilijkheid is dat het ook via de nieuwe technologieën plaatsvindt en zelfs wordt versterkt. Welke rol spelen deze technologieën en hoe kan digitaal partnergeweld voorkomen worden? Nadia Laouar, substituut-procureur-generaal van Luik en referentiemagistraat in de materie, klaart het uit.

In de strijd tegen partnergeweld wil het Openbaar Ministerie zich ook toespitsen op de digitale vormen van geweld. Nadia Laouar, substituut-procureur-generaal van Luik en hoofdcoördinator van het expertisenetwerk 'Criminaliteit tegen de Personen' legt het volgende uit: “Dit type geweld wordt nog maar weinig gemeld en kan soms als onbelangrijk worden afgedaan. De slachtoffers zelf realiseren zich niet altijd dat het hierbij gaat om een vorm van geweld. Cybergeweld is vaak een middel om nog nadrukkelijker geweld te plegen tegen de (voormalige) partner en hem of haar te controleren, ongeacht of dat nu bij het begin van een relatie is (ontmoetingen vinden almaar vaker online plaats), tijdens een relatie en zelfs, wellicht vooral, na een breuk, wanneer digitaal geweld de voorkeur van de dader geniet omdat die niet langer toegang heeft tot het slachtoffer.”

Eén van de bekendste voorbeelden is natuurlijk 'wraakporno', waarbij content die in sommige gevallen met toestemming tijdens de relatie werd verkregen online wordt verspreid, met  de bedoeling om wraak te nemen, schade te berokkenen, te vernederen, enz.

“Alle vormen van geweld tussen (voormalige) partners kunnen online worden begaan. Sommige daders geven blijk van een grenzeloze vindingrijkheid. Naast seksueel geweld is ook economisch geweld een uitstekend voorbeeld: de dader kan de toegang tot de rekeningen blokkeren om het slachtoffer afhankelijk te maken, terwijl anderen online kredieten op diens naam afsluiten. Sommige (voormalige) partners saboteren digitale werkdocumenten, verbieden het slachtoffer de toegang tot de computer of software die nochtans essentieel is voor de uitoefening van hun beroep of maken deze toegang onmogelijk, verspreiden persoonlijke informatie in hun professionele sfeer via het internet ...”.

Makkelijk spyware installeren

De lijst van de processen en apparaten die kunnen worden ingezet voor kwaadaardige doeleinden, is lang. Om te beginnen kunnen trackers worden aangebracht in de wagen.

Ook spyware kan probleemloos op het web voor enkele euro’s worden gekocht en gemakkelijk worden geïnstalleerd op de gsm van de partner of zelfs op het GPS-systeem van diens voertuig. Deze software, die bijna onzichtbaar of nauwelijks op te sporen is (als gevolg van een sneller batterijverbruik of een vertraagde werking van de applicaties), kan toegang verschaffen tot gesprekken, berichten, foto’s, sociale netwerken, de browsergeschiedenis, de locatie... waardoor de dader niet alleen toegang kan krijgen tot de communicatie, maar ook tot een resem wachtwoorden van het slachtoffer.

“Partnergeweld wordt soms uitsluitend online gepleegd, maar dit scenario lijkt zich volgens mij uiterst zelden voor te doen, merkt Nadia Laouar op. Cybergeweld is vaak slechts een bijkomende manier om controle over de andere uit te oefenen en geweld te plegen. Het gaat wellicht om een dimensie van geweld die ook offline in het 'echte leven', zoals men zegt, tot uiting komt, maar de impact ervan is zeer reëel, met niet minder ernstige gevolgen, zoals verlies van zelfvertrouwen, depressie, zelfmoordgedachten, zelfdoding..."

Cybergeweld beperkt zich niet tot de huiselijke context en vertoont drie belangrijke specifieke kenmerken die de impact ervan kunnen verscherpen. Eerst en vooral kan cybergeweld anoniem worden gepleegd, namelijk in de gevallen van cyberpesten via valse profielen. Vervolgens kan een post (foto, video, enz.) razendsnel wereldwijd worden verspreid, wat het slachtoffer een gevoel van machteloosheid kan geven. En tot slot zijn digitale sporen erg moeilijk uit te wissen, waardoor ze vaak blijven voortbestaan.

Het misdrijffenomeen blijkt dan ook bijzonder belangrijk te zijn en de ordehandhavers moeten hier op de best mogelijk manier rekening mee houden. Dit is de reden waarom het Openbaar Ministerie momenteel werkt aan een omzendbrief over deze materie, samen met de betrokken partners.

Nadia Laouar stelt het volgende: “Er werd beslist om aan een gemengde werkgroep met vertegenwoordigers van de expertisenetwerken 'Criminaliteit tegen de Personen' en 'Cybercrime' de opdracht te geven een omzendbrief over cybergeweld te schrijven. Deze toekomstige omzendbrief, waarin we al aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt en die de komende maanden zal worden geïmplementeerd, streeft twee grote doelstellingen na. Met name: de magistraten en politieambtenaren voor deze materie sensibiliseren en hen de geschikte tools aanreiken om de klachten zo goed mogelijk af te handelen."

Politieambtenaren en vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie kunnen zich immers soms wat machteloos voelen. Welke procedure moet worden toegepast wanneer een bepaalde video op sociale media wordt geplaatst? Grijpen de sociale netwerken dan in?

Nadia Laouar vat de situatie als volgt samen: “De eerste bezorgdheid van het slachtoffer is niet de bestraffing van de dader, maar het offline halen van de inhoud. De voorkeur gaat ernaar uit dat deze inhoud zo snel mogelijk wordt verwijderd en dat de verspreiding ervan zo veel mogelijk wordt ingedijkt. In deze ontwerpomzendbrief probeert men richtlijnen te verschaffen aan de magistraten en de politieambtenaren, want er zijn mogelijkheden voorhanden. De samenwerking met de grote platformen verloopt steeds beter, hoewel dit niet altijd voor de hand ligt en de toekomst onzeker lijkt. En het is van belang dat elke politieambtenaar en magistraat op de gepaste manier kan tussenkomen ondanks het technische aspect van de materie, dat soms een hinderpaal kan vormen.”

Registratie cybergeweld

Een andere verwachte stap voorwaarts is dat de verspreiding van de omzendbrief ertoe zal bijdragen dat feiten van cybergeweld in het bijzonder zullen kunnen worden geregistreerd. Zo zal men eindelijk kunnen beschikken over de cijfergegevens. Wanneer een slachtoffer een klacht neerlegt over digitale feiten van partnergeweld, is momenteel geen specifieke procedure vastgelegd om dergelijke feiten te registreren. Het zou echter absoluut aangewezen zijn om dit cijfermateriaal te kunnen raadplegen om het beleid van het Openbaar Ministerie bij te sturen.

Er moet echter in herinnering worden gebracht dat er ook andere opties naast de gerechtelijke weg bestaan. Verschillende actoren stellen tools ter beschikking om inhoud te verwijderen en bieden begeleiding aan. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) verleent wettelijk gezien hulp aan slachtoffers voor alles wat verband houdt met de niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte inhoud. Op de website van het IGVM staat een reeks procedures om zelf content bij de platformen te melden met het verzoek ze te verwijderen. Child Focus biedt ook begeleiding aan minderjarige slachtoffers. “We overleggen om onze interventies zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen”, duidt Nadia Laouar.

Transversaal thema

De strijd tegen cybergeweld is een transversaal thema bij uitstek en maakt het voorwerp uit van meerdere nationale en internationale teksten. Zo is het Verdrag van Istanbul erop gericht om geweld tegen vrouwen en partnergeweld te voorkomen en te bestrijden, en wordt ook in de Europese richtlijn van 14 mei 2024 of, op Belgisch niveau, in de recente wet van 13 juli 2023 voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen, in het bijzonder aandacht besteed aan digitaal partnergeweld.

“In deze tekst wordt het begrip ‘dwingende controle’ gedefinieerd, aldus Nadia Laouar. Dit verwijst naar alle gedragsvormen die tot doel hebben het slachtoffer te controleren, hem of haar te isoleren, afhankelijk te maken, te voorkomen dat hij of zij een patroon van overheersing doorbreekt, enz. We proberen het verband tussen deze nieuwe manier van geweldpleging, namelijk cybergeweld, en dit concept van dwingende controle te bewijzen. De nieuwe technologieën zijn helaas ook zeer doeltreffend om deze controle uit te oefenen. De voorbeelden zijn eindeloos..."

Voor het Openbaar Ministerie is omzendbrief COL 04/2006 de referentietekst voor partnergeweld. In dit verband kan ook worden verwezen naar omzendbrief COL 15/2020 waarin met alle dimensies van geweld rekening wordt gehouden aan de hand van het rooster voor de risico-evaluatie. Momenteel wordt nader bekeken hoe het fenomeen van cybergeweld of dwingende controle nog beter in deze tool kan worden geïntegreerd.

“Het doel bestaat erin om de aandacht te vestigen op het feit dat wanneer de dader tijd en energie investeert in het kopen en de discrete installatie van software, dit zou moeten resulteren in ongerustheid”, gaat Nadia Laouar verder. “De feiten moeten in hun context worden geplaatst, en men dient verder te gaan dan de intrinsieke ernst ervan, om de situatie correct te kunnen inschatten. Het gebruik van nieuwe technologieën kan aan het licht brengen dat het aantal manieren waarop geweld kan worden gepleegd, toeneemt, of kan een teken zijn dat het geweld verscherpt, wat bij ons een alarmbel zou moeten doen afgaan. We moeten ook aandacht besteden aan digitaal partnergeweld, dat het gevolg kan zijn van een sterke drang naar controle, vooral na het beëindigen van een relatie, wat een risicovolle periode is. We moeten interesse tonen voor deze materie en alert blijven!”

 

Artikel uit KortOM, het digitale magazine van het Openbaar Ministerie

>> Het volledige OM-magazine lezen?

Nieuws

Ander Nieuws