In een dossier van het Federaal Parket heeft de raadkamer in Gent vandaag de zaak van M.B. (alias M.J.), geboren in 1970, verwezen, overeenkomstig de vordering van het Federaal Parket, met het oog op de mogelijke behandeling van de zaak door het Hof van Assisen. Het Federaal Parket wenst M.B. te vervolgen voor misdaden tegen de mensheid (doodslag en collectieve vervolging) en oorlogsmisdaden (doodslag en veroorzaken van hevig lijden, met en zonder verzwarende omstandigheden), tijdens de eerste burgeroorlog in Liberia, die plaatsvond tussen 1989 en 1997.
De raadkamer maakt het dossier nu terug over aan het Federaal Parket, dat vervolgens aan de Kamer van Inbeschuldigingstelling zal vragen de zaak door te verwijzen naar het Gentse Hof van Assisen. De argumenten van de verdediging, volgens dewelke de vervolging onontvankelijk zou zijn, onder meer wegens overschrijding van de redelijke termijn, werden door de raadkamer niet gevolgd. De raadkamer verlengde de hechtenis vervangende voorwaarden die aan M.B. werden opgelegd.