#KortOM - Op de koffie met... Patrick Vandenbruwaene & Guido Vermeiren

Nieuws
“Het recht handhaven en het recht laten geschieden, dat is mensenwerk.”

Guido Vermeiren werd onlangs aangesteld als procureur-generaal van het ressort Antwerpen-Limburg, als opvolger van Patrick Vandenbruwaene, die met pensioen gaat. In hartje Antwerpen, bij Patrick Vandenbruwaene thuis, brachten we beiden samen. Bij een koffie, in de veranda, tussen de weelderige planten en kunstwerken, praten ze over hun ervaringen als procureur bij het Openbaar Ministerie en de onmisbare menselijke kant van Justitie.

Patrick, Guido. Guido, Patrick. Moet ik jullie nog aan elkaar voorstellen?

Patrick: Nee, Guido en ik kennen elkaar al geruime tijd, 18 jaar om precies te zijn. Guido maakte deel uit van de kamer van inbeschuldigingstelling op het parket-generaal van Antwerpen, waar ik de leidende advocaat-generaal was. Tien jaar lang heb ik ook met Guido gewerkt in zijn hoedanigheid als procureur des Konings van Limburg. Zo hebben we elkaar beter leren kennen en appreciëren. Daarnaast had ik de eer om samen te werken met Anne-Marie Gepts en Franky De Keyzer, procureurs des Konings van Antwerpen en Bart Wens, arbeidsauditeur van Antwerpen.

Guido: Dat kan ik bevestigen. Wat mij aansprak, was de visie van Patrick op Justitie en de rol van het Openbaar Ministerie. Patrick heeft een hele belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van een visie binnen het Openbaar Ministerie dat à charge en à décharge onderzoekt. Nu staat dat in de wet, maar 15 jaar geleden was het niet zo evident om zoiets hardop te zeggen en om dit te integreren in de visie van het Openbaar Ministerie. Dat verhaal is gegroeid met een hele ploeg van mensen bij de kamer van inbeschuldigingstelling. Waar ik ook helemaal in geloofde, was de aandacht voor slachtoffers binnen Justitie en het met een open blik naar de samenleving kijken. Dat is de basis waarop we verder gegroeid zijn, zowel op professioneel als menselijk vlak.

Een carrière gekenmerkt door een reeks gebeurtenissen...

Patrick: Klopt. Wat mij echt getekend heeft als mens, maar ook als magistraat, was de bloedige aanslag op de Delhaize in Aalst. Op dat moment was ik gerechtelijk stagiair op het parket van Dendermonde. Ik heb toen gezegd: ‘Ik ga voluit voor een carrière binnen Justitie, zodat zoiets nooit meer voorvalt’. Spijtig genoeg gebeurden er nog zaken die choqueerden, zoals de zaak Dutroux. Een andere zaak die zich nog niet zo lang geleden heeft voorgedaan en die mij heel hard getroffen heeft, is de zaak Julie Van Espen. Ik heb het grootste respect voor de ouders die dat moeten meemaken. Ja, dat heeft mij echt getroffen in mijn hart en ziel.

Guido: We mogen de dingen die fout lopen niet goed praten, maar moeten eruit leren. Wanneer je het verhaal van Julie Van Espen ziet, dan zie je ook ouders die meedenken en mee input geven om tot oplossingen te komen. Daar moeten we naar blijven luisteren om Justitie te verbeteren en de knelpunten aan te pakken.

“We moeten blijven luisteren naar de ouders van de slachtoffers om Justitie te verbeteren”
Jullie staan allebei gekend om jullie openheid naar de mensen toe.

Patrick: Toen ik in 1996 naar het parket-generaal van Antwerpen trok, gaf de toenmalige procureur-generaal mij de ruimte om na te denken over een beter functioneren van Justitie en van het Openbaar Ministerie in het bijzonder. Ik heb daarbij andere mensen ook altijd de ruimte gegeven om mee na te denken over oplossingen. Wie zet ik centraal in dat denken? Dat is de mens, de mens in het strafprocesrecht, de mens in de maatschappij. Daar gaat het om, hé! Anders weet ik niet met wat wij bezig kunnen zijn. Recht om recht te doen, dat is voor professoren aan de universiteit. Maar het recht handhaven en het recht laten geschieden, dat is mensenwerk. Die mensen, dat zijn niet enkel onze magistraten, maar ook onze medewerkers.

Guido: Die ruimte voor ontwikkeling is heel belangrijk. Het typeerde jou als procureur-generaal en ik wil dit zelf ook graag behouden tijdens mijn mandaat. Want door mensen ruimte te geven, ontstaan er nieuwe initiatieven.

Patrick: Het is inderdaad belangrijk om dat te benadrukken. 39 jaar geleden zat ik in een hiërarchisch systeem waar de procureur je ‘ontbood’, waar je rechtstaand jouw uitleg moest doen en waarop hij zei ‘u mag nu beschikken’. Ik heb altijd gezegd: ‘Dat wil ik niet. Als ik ooit eens verantwoordelijkheid krijg, dan zal het op een andere manier gebeuren’. Ik heb nu het voorrecht gehad om tien jaar lang procureur-generaal te zijn. Bij mijn aantreden zei ik: ‘Ik wil niet dé procureur-generaal zijn. Ik wil jullie procureur-generaal zijn. Een luisterend oor en een verenigend persoon in plaats van een figuur die alles dicteert.’ Ik heb mij daarnaast ook altijd verzet tegen de verwijten dat we in een ivoren toren zouden leven en los van de maatschappij staan. Door partners te betrekken bij onze werking en door te netwerken, zien mensen welke rol wij als Openbaar Ministerie opnemen. Een rol die verdergaat dan enkel het recht handhaven.

Guido: Helemaal mee eens. Onze drive is om ten dienste te staan van de samenleving, om het verschil te maken voor de mensen. Daarbij willen we net tussen de mensen staan en begrijpen wat er leeft binnen de samenleving en een oplossing bieden binnen de context van de wetten en rechtvaardigheid.

Patrick: Het begrip, het ten dienste staan van de mensen én de maatschappij, dat zit in ons DNA.

Wat is jullie visie op het Openbaar Ministerie en breder op Justitie?

Guido: De samenleving verandert en Justitie moet zich daaraan aanpassen. De toenmalige procureur-generaal heeft een heleboel oplossingen gezocht in het post-Dutroux-tijdperk. Nu evolueren we naar nog meer netwerken met partners binnen en buiten Justitie, om te kijken naar de oplossingen die we vandaag bieden. Die oplossingen zijn vaak nog niet goed genoeg: de procedures duren vaak te lang en hebben een lange doorlooptijd, wat niet meer past in een samenleving waar alles net snel gaat. Belangrijk is om aandacht te hebben voor de positie van de slachtoffers en daarmee rekening te houden gedurende de volledige procedure. Niet alleen kijken naar ‘wat moeten we doen van de wet?’, maar ook ‘wat moeten we doen om menselijk te zijn en op een correcte manier om te gaan met de verschillende partijen?’

Patrick: Het is eigenlijk voortdurend nadenken over ‘wat is een eerlijk proces? Wat zijn de rechten van de verdediging? Wat zijn de rechten van het slachtoffer?’ Je moet voortdurend streven naar dat juiste evenwicht. De digitalisering van Justitie, die voor de deur staat, zal ook implicaties hebben op een eerlijk proces, op de rechten van verdediging, op de procedure en op de efficiëntie van Justitie in het algemeen. Dat is een evenwicht dat we opnieuw moeten zoeken én vinden.

Guido: Elke organisatie moet daarbij zijn missie en visie in vraag blijven stellen in functie van de evoluties in de samenleving. Wat willen we nu juist? Een missie en visie met abstracte termen motiveert de mensen niet. Je moet de mensen recht in het hart aanspreken, hen meenemen in een duidelijk verhaal. Zodat ze zeggen: ‘hier wil ik mee mijn schouders onder zetten’. En dat kan bij Justitie en bij het Openbaar Ministerie in het bijzonder. Justitie is iets waar veel mensen mee bezig zijn en hen aanspreekt. Want iedereen wil een veilige, rechtvaardige en zorgzame samenleving. Met onze heldere visie en door te tonen welk verschil je kan maken bij het Openbaar Ministerie, krijg je mensen mee aan boord die diezelfde drijfveer hebben en voor hetzelfde ideaal gaan.

Patrick: Mensen die kiezen voor een loopbaan bij het Openbaar Ministerie vinden daar vaak echt wel hun roeping. Ze blijven gehecht aan het Openbaar Ministerie. Je merkt dat veel jonge magistraten trouw zijn aan onze organisatie en werking. Die ontwikkeling, waarbij leidinggevenden menselijk en empathisch zijn, moeten we koesteren en warm houden. Daarom ben ik zo blij dat Guido het mandaat van procureur-generaal van Antwerpen overneemt, omdat ik weet dat hij dat ook heel belangrijk vindt. Hij zal het nog beter uitdragen, dan dat ik ooit gedaan heb.

Guido: De voorbije weken heb ik soms gedacht: ‘goh, ga ik dat wel kunnen?’ Maar laat ons bescheiden zeggen, dat ik het zal proberen (lacht).

Patrick, wat is jouw mooiste herinnering aan jouw tijd bij het Openbaar Ministerie?

Patrick: Dat is de samenhorigheid en de collegialiteit binnen het Openbaar Ministerie. Er zijn zoveel zaken die de stiel zo mooi maken, waaronder het contact met de mensen en met de buitenwereld. De ontmoetingen die je iedere dag hebt. Je zit niet alleen maar achter een bureau of een computer. Nee, je werkt samen in een team van authentieke mensen. Dat maakt het zo mooi én boeiend.

Ga je dit allemaal niet te veel missen? En hoe ga je de komende weken doorbrengen?

Patrick: Om te beginnen, vertrek ik twee weken naar Italië. Ik ga mijn Italiaans wel eerst nog een beetje moeten verfijnen (lacht). Hoog op een berg ga ik genieten van de rust en het Italiaanse eten. Daarnaast ga ik mij nog verder verdiepen in mijn andere passie: geschiedenis. Er ligt op mijn nachttafeltje nog een boek over Napoleon te wachten. Daar ga ik met veel interesse in lezen.

 

Interview uit KortOM, het magazine van het Openbaar Ministerie.

>> Het volledige OM-magazine lezen?

Nieuws

Ander Nieuws