Een schijnhuwelijk is een huwelijk waarbij de intentie van minstens één van de echtgenoten niet gericht is op het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel. Dit ondanks de gegeven formele toestemmingen tot het huwelijk. Het cijfer ‘216’ verwijst naar het aantal verdachten die betrokken waren bij schijnhuwelijken, waarvoor een strafrechtelijke gevolgverlening (inclusief minnelijke schikking en pretoriaanse probatie) voorzien werd tussen 1 januari 2018 en 31 augustus 2023.
Er wordt gekozen voor een strafrechtelijke gevolgverlening wanneer er bijvoorbeeld een organisatie achter zit om schijnhuwelijken te organiseren, bij herhaling van aanvragen, wanneer iemand in een schijnhuwelijk wil stappen tegen betaling of gedwongen wordt met geweld of bedreigingen. Het aantal schijnhuwelijken dat strafrechtelijk vervolgd wordt, blijft beperkt omdat meestal een burgerlijk dossier wordt geopend.
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet de voltrekking van het huwelijk, waarbij een van de twee illegaal in het land is, weigeren wanneer deze op voorhand al voldoende verdachte elementen opmerkt. De ambtenaar vraagt advies aan het Openbaar Ministerie, dat een burgerlijk dossier opent met een politieonderzoek, om te kijken of het daadwerkelijk om een schijnhuwelijk gaat. Is er een grondig verhoor en zijn er objectieve elementen nodig om de intentie achter het huwelijk te onderzoeken. Bepaalde indicaties zijn bijvoorbeeld een groot leeftijdsverschil, amper met elkaar kunnen communiceren, niet veel van elkaar weten (over hun familie, hobby’s, diploma’s...) en hun verblijfsvoorgeschiedenis via de Dienst Vreemdelingenzaken (afgewezen asielprocedure, regularisatie, bevel om het grondgebied te verlaten...). Indien het advies negatief is, kan de beslissing worden aangevochten bij de familierechtbank en ook daar geeft het Openbaar Ministerie advies.
Op deze burgerlijke dossiers wordt het meest ingezet omdat het Openbaar Ministerie hier mee kan voorkomen dat een schijnhuwelijk tot stand komt. Hierdoor kan diegene die illegaal in het land is het verblijfsrechtelijk voordeel niet uit het huwelijk halen. Wanneer een huwelijk toch wordt voltrokken, maar later een schijnhuwelijk blijkt, kan de Dienst Vreemdelingenzaken het verblijfsrecht tot vijf jaar na afgifte van de verblijfstitel herzien. Na vijf jaar kan men de Belgische nationaliteit aanvragen, maar wanneer het toch een schijnhuwelijk blijkt, kan het nog nietig verklaard worden waarbij de Belgische nationaliteit terug wordt afgenomen.
Met dank aan Steven Vandromme, eerste substituut-procureur des Konings bij parket Antwerpen en referentiemagistraat burgerlijk recht, openbare orde, vreemdelingenzaken en identiteitsfraude
Bron cijfers: database van het College van procureurs-generaal - Bureau statistische analyse
Artikel uit KortOM, het digitale magazine van het Openbaar Ministerie