Het team van het Europees Openbaar Ministerie in België aan het woord

Nieuws

Naar aanleiding van Europadag brengen we deze week elke dag het Europees Openbaar Ministerie, de werking ervan, en de Belgische medewerkers in Luxemburg en België onder de aandacht. Vandaag stellen we het team in België voor. Een team dat met veel gedrevenheid financiële misdrijven bestrijdt. In het belang van de samenleving, de economie en de burgers van Europa en ons land.

Het Europees Openbaar Ministerie heeft naast een centraal niveau (met hoofdkantoor in Luxemburg) ook een decentraal niveau. Dat is het niveau van de lidstaten, gevormd door ongeveer 150 gedelegeerde procureurs in de 23 deelnemende EU-lidstaten.

Elk land heeft minstens twee gedelegeerde procureurs. In België (met hoofdkantoor in Brussel) is een sterk team aan de slag dat bestaat uit vier gedelegeerde procureurs: Jennifer, Pascale, Valerie en Gilles. Ze opereren als een gewoon Belgisch parket en krijgen de steun van een aantal medewerkers: Nathalie (jurist), Dirk (secretaris) en Pierre-Henri (secretaris).

EPPO team in België
Van links naar rechts: Pascale, Nathalie, Gilles, Dirk, Valerie, Pierre-Henri en Jennifer

 

Wie is wie?

Jennifer Vanderputten – Europees gedelegeerd procureur

“In mei 2021 startte ik als Europees gedelegeerd procureur in Brussel. Wat mij aantrok, was dat het om een nieuw parket ging, in combinatie met het Europese luik. We hebben alles van in het begin mee opgebouwd en het is een geweldig gevoel om te zien waar we nu staan.”

Pascale Vandeweyer – Europees gedelegeerd procureur

“Sinds juni 2021 ben ik Europees gedelegeerd procureur. Voordien werkte ik bij parket Luik op de afdeling ‘ecofin’. Ik zette de stap naar het Europees Openbaar Ministerie, omdat ik mij meer wilde focussen op de financiële en economische criminaliteit op Europees niveau.”

Dirk Van Buggenhout – Secretaris

“Sinds september 2021 werk ik als secretaris bij het Europees Openbaar Ministerie in Brussel. Voordien werkte ik 25 jaar bij de dienst ‘ecofin’ van parket Brussel. Toen ik de vacature zag, dacht ik meteen ‘ja, dat is iets voor mij’. Het was een hele uitdaging om van nul alles op te starten en het team uit te bouwen, maar ik ben heel gelukkig hier.”

Pierre-Henri Ligier – Secretaris

“Een maand nadat Dirk startte bij het Europees Openbaar Ministerie in Brussel begon ik ook als secretaris. Voordien werkten we al samen op de sectie ‘ecofin’ bij parket Brussel. De materie kenden we dus al goed. Het internationale aspect heeft me altijd al geboeid en dat is niet anders in deze job.”

Nathalie Desmet – Jurist

“Sinds oktober 2023 ben ik aan de slag bij het Europees Openbaar Ministerie in Brussel. Voordien was ik jarenlang parketjurist, eerst in Antwerpen en dan in Oost-Vlaanderen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik aanvankelijk nog niet gehoord had van het Europees Openbaar Ministerie, maar nadat ik een online infosessie volgde, wist ik dat het iets voor mij zou zijn. Die internationale samenwerking en grote dossiers met veel zoekwerk hebben mij altijd enorm geboeid.”

Valerie Kochuyt – Europees gedelegeerd procureur

“Sinds twee maanden ben ik Europees gedelegeerd procureur. Mijn carrière bij het Openbaar Ministerie begon bij parket Oost-Vlaanderen (afdeling Dendermonde) waar ik eerst vijf jaar ‘ecofin’ deed, gevolgd door vijf jaar internationale samenwerking. Vervolgens trok ik naar het Federaal Parket, waar ik de voorbije drie jaar actief was.”

Gilles de Halleux – Europees gedelegeerd procureur

“Net als collega Valérie ben ik recent gestart als Europees gedelegeerd procureur. Ik heb tien jaar gewerkt bij parket Brussel en was er vooral bezig met economisch-financiële dossiers. Het Europees Openbaar Ministerie trok mij aan omdat het een organisatie is die financiële criminaliteit, die vaak van nature een internationaal karakter heeft, bestrijdt.”

Gilles
Gilles

 

Onderzoeken voeren zoals een gewoon parket

De Europese gedelegeerde procureurs (Jennifer, Valerie, Pascale en Gilles) treden namens het Europees Openbaar Ministerie op in België en hebben daarbij dezelfde bevoegdheid als de nationale procureurs rond onderzoeken, strafvervolgingen en het voor de rechter brengen van zaken die onder de bevoegdheid vallen van het Europees Openbaar Ministerie. Daarbij formuleren ze een tenlastelegging, nemen ze deel aan de bewijsgaring en wenden ze beschikbare rechtsmiddelen aan in overeenstemming met het nationale recht.

Jennifer (procureur): “De bedoeling van het Europees Openbaar Ministerie was om een Europees, onafhankelijk parket te creëren. Het hoofdkantoor bevindt zich in Luxemburg, met voor elk land één procureur. Als gedelegeerde procureurs voeren wij in België onze onderzoeken en doen we een voorstel van vervolging, waarna die gedragen wordt door onze Europese procureur in Luxemburg.”

Gilles (procureur): “Het doel van het Europees Openbaar Ministerie in België, en de andere 22 deelnemende lidstaten, is het vervolgen van daders die de financiële belangen van de Europese Unie schaden. Wij voeren op dezelfde manier onderzoeken uit als een gewoon parket.”

Valerie (procureur): “Klopt. De rol van het Europees Openbaar Ministerie in Luxemburg is er een van toezicht, begeleiding, ondersteuning en het uitstippelen van het strafrechtelijk beleid. Wij voeren de onderzoeken in ons land en brengen een zaak voor de rechtbank.”

Jennifer: “We hebben wel dagelijks contact met de collega’s in Luxemburg, zowel de administratieve collega’s als juristen en magistraten. Dat kan gaan over dossiers maar ook over algemene juridische dienstverlening.”

Impact op de burgers

Pierre-Henri (secretaris): “De onderzoeken die wij voeren zijn zeer waardevol, omdat we verantwoordelijk zijn voor alles wat invloed heeft op de EU-begroting, of het nu gaat om inkomsten of uitgaven.”

Dirk (secretaris): “En die onderzoeken hebben een impact op de burgers. Wanneer geld, dat bedoeld is voor subsidies misbruikt wordt, verdwijnt dat geld naar iets waarvoor het niet diende. Dat is geld dat jij als burger betaalt met jouw belastingen en dat veel nuttiger besteed kan worden wanneer we de daders kunnen stoppen en het geld kunnen recupereren.”

Pascale (procureur): “Grote btw-carrousels ontwrichten ook onze economische systemen. Kleine handelaars voelen de impact van die markt die niet economisch reëel is, waardoor ze uit de boot vallen.”

Nathalie (jurist): “Het kan ook gaan over ‘kleinere’ dossiers, waarbij mensen systematisch fraude plegen met ziektebriefjes of met de ziekteverzekering. Daar kunnen wij ook onderzoek naar voeren. Je kan denken: ‘moet daar nu een Europees Openbaar Ministerie mee bezig zijn?’ Ja, want er gaat altijd geld mee gepaard. Zo werd er bijvoorbeeld al eens 50.000 euro gerecupereerd door dit soort fraude. Dat lijkt niet veel, maar alle beetjes maken veel. Een ander voorbeeld was een aanhouding van een crimineel in Italië. Die zei ‘ga mijn geld maar zoeken, je zal het toch niet vinden’. Na een uur was zijn geld al in beslag genomen in Duitsland.”

“Financiële criminaliteit is voor de burgers niet altijd zichtbaar, wat het niet altijd makkelijk maakt om uit te leggen hoe maatschappelijk belangrijk onze job is. Zelfs mijn ouders begrijpen niet altijd goed wat ik doe (lacht). Mijn haar komt ervan recht als ik zie dat criminele bendes, maar ook individuen, Europese subsidies misbruiken. Dat dit gebeurt, gaat iedereen aan, want het heeft een impact op onze samenleving, economie en burgers.”

 

“De oprichting van het Europees Openbaar Ministerie: een uniek moment in de Europese én Belgische geschiedenis”

 

Efficiënte internationale samenwerking

Gilles: “We hebben bij het Europees Openbaar Ministerie, meer dan op de gewone parketten, de nodige instrumenten om de internationale vertakkingen in een zaak te onderzoeken. Zo kunnen we taken toewijzen aan buitenlandse collega’s om bepaalde aspecten van een zaak te onderzoeken. Dit stelt ons in staat om verder te gaan dan dat we zouden kunnen op een lokaal parket.”

Pierre-Henri: “Dankzij verschillende opleidingen bij het Europees Openbaar Ministerie in Luxemburg, hebben we kennis kunnen maken met onze collega’s uit verschillende landen. We weten nu wie onze contactpersonen zijn. Hebben we bijvoorbeeld een probleem met een Spaans bijstandsdossier, dan weten we meteen wie we moeten contacteren. Dit vergemakkelijkt ons werk en de samenwerking met het buitenland enorm, zelfs op het administratief niveau waar ik werk.” 

Nathalie: “Inderdaad. Doordat we in nauw contact staan met onze buitenlandse collega’s, kan je veel gerichter en efficiënter samenwerken. En dat over heel Europa. Dat is de kracht van het Europees Openbaar Ministerie. Daarnet mailde en belde ik bijvoorbeeld nog met een Spaanse collega en binnen het uur had ik al een antwoord, waardoor ik verder kon.”

Valerie: “Dat is inderdaad een groot verschil met de lokale parketten. Hier is het contact veel rechtstreekser. Je belt, je vraagt een oplossing en krijgt vrij snel antwoord. In de materies die we behandelen is een vlotte samenwerking en informatie-uitwisseling nu eenmaal belangrijk.”

Gilles: “Het maakt dat we goed kunnen onderzoeken of het Europees geld echt besteed is aan datgene waarvoor het was toegewezen. En dat, in geval van fraude, het Europees Openbaar Ministerie er is om passende maatregelen te nemen. Het Europees Openbaar Ministerie is een remedie tegen de straffeloosheid.”

Dirk: “Wat je soms wel merkt, zijn de verschillende rechtssystemen. In sommige landen heeft de politie bijvoorbeeld meer bevoegdheden. Zij zijn dan diegenen die het onderzoek bijna volledig voeren, terwijl ze in ons land worden aangestuurd door een procureur of een onderzoeksrechter.”

Jennifer: “En soms ben je dan weer verbaasd hoe hard een bepaald systeem lijkt op dat van ons. In Letland of Estland bijvoorbeeld. Hun systeem is op zich helemaal niet zo verschillend met dat van ons. Ik had dat niet meteen verwacht, gezien ze een andere geschiedenis hebben. Het maakt alleen maar dat we vlot kunnen samenwerken.”

Pascale: “Die samenwerking verloopt ook minder hiërarchisch dan je zou denken. Iedereen werkt samen, onafhankelijk welke functie je hebt. Je hebt elkaar nodig. Dat is voor mij de kracht van het Europees Openbaar Ministerie. Je moet wel de nodige flexibiliteit aan de dag kunnen leggen, ook in denkwijze.”

Jennifer: “In België hebben we nu eenmaal veel dossiers en verschillende materies waarrond we werken. Daar moet je flexibel in zijn. In Duitsland en Italië heb je bijvoorbeeld vooral dossiers rond btw-carrousels, terwijl het bij ons veel meer is dan enkel dat. We hebben ook dossiers over contracten met de Europese instellingen in Brussel, over parlementaire medewerkers die sjoemelen…”

Pascale: “Je merkt dat die flexibiliteit er ook is bij de collega’s van de andere lidstaten. Iedereen is gemotiveerd en enthousiast om voor dit nieuwe parket te mogen werken en gelooft in dit project. Je hebt mensen die graag in een organisatie stappen die heel afgelijnd en afgebakend is qua materies en taken, waar je niet te veel out of the box moet denken. En dan heb je personen zoals ons die dat net wel tof vinden (lacht). Daardoor krijg je een speciale, positieve dynamiek. Je gaat allemaal voor hetzelfde doel. Wat ik ook fijn vind aan de job, is al de verschillende talen die je kan spreken.”

Pascale
Pascale
​​​​

Valerie: “Nathalie is zelfs perfect tweetalig: Nederlands en Italiaans.”

Nathalie: “Ja, dat is inderdaad wel een voordeel. Het is niet vanzelfsprekend om veel collega’s te vinden die Italiaans kunnen.”

Valerie: “Alle Italiaanse dossiers gaan vanaf nu dus naar jou (lacht).”

Uniek in de Europese geschiedenis

Jennifer: “Toen ik in mei 2021 startte was er niets. We waren twee jaar lang met vier collega’s hier in Brussel: Pascale, Dirk, Pierre-Henri en ikzelf. Ondertussen zijn we al gegroeid tot een team van zeven personen en hebben we aan heel wat dossiers gewerkt. Het engagement van 23 lidstaten om samen een strafrechtelijke soevereiniteit uit handen te geven aan een nieuw, onafhankelijk parket is een uniek moment in de Europese én Belgische geschiedenis. Om daaraan te mogen meebouwen, dat is gewoon geweldig. En dat vind ik nog elke dag zo.”

Pierre-Henri: “Dit project is inderdaad van nul opgebouwd. Dat is een uitdaging, maar tegelijkertijd ook een motivatie wanneer je start. Het feit dat we ondertussen al met zeven collega’s zijn en binnenkort zelfs met negen, bewijst dat we blijven groeien en dat dit project de moeite waard was om in te geloven.”

>> Meer informatie over het Europees Openbaar Ministerie en de rol van België: Belgium | European Public Prosecutor’s Office (europa.eu)

Nieuws

Ander Nieuws