Jeugdbeschermingszaken
In 2023 waren er 182.335 jeugdbeschermingszaken bij de jeugdparketten met kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Het gaat daarbij zowel om de als misdrijf omschreven feiten (MOF-zaken) als om de verontrustende opvoedingssituaties (VOS-zaken).
De afgelopen tien jaar (tussen 2014 en 2023) stegen de jeugdbeschermingszaken met 35%. Dit is vooral het gevolg van een toegenomen instroom aan VOS-zaken (+49%). In 2023 waren er 10% meer verontrustende opvoedingssituaties (VOS-zaken) ten opzichte van 2022: van 103.135 zaken in 2022 naar 113.823 zaken in 2023. De instroom van MOF-zaken steeg in 2023 met 13% (68.521) in vergelijking met 2022 (60.511).
Wat is het verschil tussen een MOF-zaak en een VOS-zaak?
Bij een MOF-zaak (wanneer een minderjarige strafbare feiten pleegt) ontvangt het parket via de politie een proces-verbaal. Het parket kan dan verschillende beslissingen nemen: een waarschuwingsbrief of gesprek met een criminoloog of jeugdmagistraat, voorstel tot bemiddeling, vorderen van een jeugdrechter (die verschillende maatregelen kan opleggen) of uithandengeving.
Het gaat voornamelijk om eigendomsdelicten, persoonsdelicten, verkeersdelicten en openbare overlast, inbreuken tegen de openbare veiligheid en openbare orde, drugsdelicten en inbreuken tegen de familie en publieke moraal.
Bij een VOS-zaak worden op zich geen feiten ten laste gelegd aan de minderjarige, maar opent het jeugdparket een dossier, omdat het verontrustende informatie ontvangt over de situatie van de minderjarige of zijn/haar gezin. Het kan bijvoorbeeld gaan om verwaarlozing, mishandeling, misbruik, weglopers en spijbelaars.
In dat geval oriënteert het parket het dossier naar de diensten van de vrijwillige hulpverlening. Deze diensten zullen het akkoord proberen te bekomen van de jongere en zijn familie voor een hulpverleningsprogramma. Wanneer er geen vrijwillige hulpverlening kan worden opgestart, kunnen de gemandateerde voorzieningen de minderjarige en zijn ouders naar het parket doorverwijzen. Het parket kan dan de jeugdrechter vorderen met het oog op het nemen van een beschermingsmaatregel.
Wanneer het kind zeer ernstig, onmiddellijk gevaar loopt, kan het parket onder bepaalde voorwaarden bij hoogdringendheid de jeugdrechter vorderen.
Bron cijfers: database van het College van procureurs-generaal – Bureau statistische analyse
Artikel uit KortOM, het digitale magazine van het Openbaar Ministerie