Eurojust, waar nationale grenzen geen belemmering vormen voor het vervolgen van criminelen

Federale magistraten Hilde Vandevoorde en Wenke Roggen werken voor de Belgische Desk van Eurojust in Den Haag.

Nieuws

Federale magistraten Hilde Vandevoorde en Wenke Roggen werken voor de Belgische Desk van Eurojust in Den Haag. In een tweedelig interview vertellen ze alles over de werking, de rol en het belang van deze organisatie. 

Eurojust is het EU-agentschap van justitiële samenwerking in Den Haag, waar nationale gerechtelijke autoriteiten nauw samenwerken rond de bestrijding van grensoverschrijdende, zware georganiseerde criminaliteit. Samen met de EU-lidstaten en een uitgebreid netwerk van internationale partners speelt het een belangrijke rol om Europa veiliger te maken, gerechtigheid voor de Europese burgers te garanderen en ervoor te zorgen dat lidstaten de criminelen en misdaadorganisaties een stap voor kunnen blijven.

Elke EU-lidstaat heeft daartoe een bureau (desk) bij Eurojust in Den Haag dat functioneert als belangrijk contactpunt voor procureurs en onderzoeksrechters die in een specifiek strafrechtelijk onderzoek bijstand nodig hebben. Voor ons land wordt de Belgische Desk bemand door drie magistraten van het Openbaar Ministerie: Hilde Vandevoorde (federaal magistraat en sinds december 2017 nationaal lid van de Belgische Desk), Wenke Roggen (federaal magistraat en adjunct nationaal lid van de Belgische Desk) en Lorraine Pilette (parketmagistraat en seconded national expert bij de Belgische Desk). 

Hilde en Wenke maken als federaal magistraat deel uit van de sectie internationale samenwerking van het Federaal Parket. Voor een termijn van vijf jaar (één keer hernieuwbaar) zijn zij gedetacheerd naar de Belgische Desk bij Eurojust. 

Samenwerking met (inter)nationale autoriteiten  

Een zaak kan bij Eurojust geopend worden, wanneer een nationale autoriteit (bijvoorbeeld een parketmagistraat of een onderzoeksrechter), normaal gezien via het Federaal Parket, een verzoek uitstuurt in een zaak van grensoverschrijdende, georganiseerde criminaliteit, waar twee of meer landen van de EU, of een lidstaat en een niet-EU-land betrokken zijn. Daarnaast kunnen de andere lidstaten van Eurojust een verzoek indienen bij de Belgische Desk. De collega’s van de Belgische Desk kunnen ook op eigen initiatief een zaak starten op basis van informatie afkomstig van andere EU-agentschappen zoals Europol, het Europees Bureau voor Fraudebestrijding, het Europees Openbaar Ministerie…  

Wenke: “Bij Eurojust hebben we geen eigen dossiers. We werken voor de nationale autoriteiten (waaronder de Belgische parketmagistraten en onderzoeksrechters) die Eurojust contacteren voor bijstand in een van hun zaken. We werken ook op vraag van de andere landen die hier aanwezig zijn bij Eurojust. We gaan gesprekken aan met de betrokken buitenlandse collega’s en stellen mogelijke oplossingen of denkpistes voor. De werkelijke beslissingen worden genomen door de parketmagistraat of onderzoeksrechter die bezig is met het dossier.”  

Om verdachten op te sporen en aan te houden, moeten procureurs vaak onmiddellijk in actie komen. Ze kunnen daarvoor vertrouwen op Eurojust, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het oplossen van problemen rond bevoegdheidsconflicten, uitlevering, ontvankelijkheid van bewijs, en bevriezing en inbeslagneming van bezittingen. Door de nauwe contacten met de nationale autoriteiten van de EU-lidstaten kan Eurojust snel reageren op verzoeken, waardoor een zaak soms binnen enkele uren kan worden opgelost.  

Wenke: “In verschillende zaken kunnen we heel punctueel en snel tussenkomen. Zo had een Belgische onderzoeksrechter een dringende vraag gesteld aan de collega’s in Roemenië over een DNA-profiel in een zedenzaak. Dat profiel was er immers geïdentificeerd. De onderzoeksrechter kreeg niet meteen antwoord – het waren er net feestdagen, waarna we dan onze Roemeense collega’s bij Eurojust contacteerden. Alles geraakte in een stroomversnelling en de persoon in kwestie werd kort erna opgepakt door de politie. Het grote voordeel van Eurojust is dat ieder Europees land hier zijn bureau heeft, waardoor je snel kan binnenlopen bij elkaar wanneer je gelijktijdig actie moet ondernemen, samenwerken of een antwoord krijgen op je vraag.” 

Bij sommige zaken kan niet snel tot een oplossing worden gekomen en is een uitgebreide actie nodig. Een onderzoek wordt dan langzaam en methodisch opgebouwd, met maanden of zelfs jaren van zorgvuldige planning, coördinatie en overleg, waarbij Eurojust een coördinerende rol vervult. 

Hilde: “Meestal gaat het om grote dossiers, zoals mensenhandel of mensensmokkel die soms maanden of jaren werk vragen. We zijn als EU-landen geen concurrenten van elkaar. We zijn collega’s, helpen elkaar, denken mee na en zoeken naar oplossingen. Soms gaat dat gepaard met de nodige uitdagingen bij pittige zaken, zoals het Belgische Sky ECC-dossier. Ik zeg vaak al lachend dat ik door dat dossier in een paar jaar tijd tien jaar ouder ben geworden (lacht).” 

Elke zaak is anders 

Bij grote dossiers waar niet snel tot een oplossing kan gekomen worden, kan Eurojust onderzoeken en vervolgingen coördineren. Daarbij bespreken de betrokken partijen de zaak en wordt de informatie geanalyseerd die voorhanden is: gegevens worden onderling afgestemd en er worden verbanden gezocht met andere onderzoeken. Na een eerste analyse kan een coördinatievergadering worden georganiseerd, een coördinatiecentrum worden ingesteld, instrumenten voor justitiële samenwerking worden besproken (Europees aanhoudingsbevel, Europees onderzoeksbevel, verzoek om wederzijdse rechtshulp, beslissing tot bevriezing of inbeslagneming), en/of ingezet worden op gemeenschappelijke onderzoeksteams (GOT). 

Coördinatievergaderingen zijn een veelgebruikt instrument van Eurojust. Verschillende partners uit de lidstaten en/of derde landen worden er samengebracht. Er wordt informatie uitgewisseld en juridische problemen opgelost, zoals bevoegdheidsconflicten en de overdracht van vervolging. Ook kunnen er afspraken gemaakt worden over verdere stappen in het onderzoek, actiedagen voorbereid worden, en de mogelijkheden van een gemeenschappelijk onderzoeksteam (GOT) besproken.

Hilde: “Elke zaak is anders en vereist een individuele aanpak. Je hebt daarbij drie niveaus waarop je aan een zaak kan werken. Niveau één is dat je via mail de zaak opvolgt. Niveau twee is dat je een vergadering belegt met de EU-lidstaten bij Eurojust. Wanneer Wenke bijvoorbeeld een Belgisch dossier heeft en moet overleggen met Nederland en Frankrijk, dan volgt een interne bespreking. Zo’n kort overleg met elkaar, is soms al voldoende om een oplossing te vinden. Is dat niet voldoende, dan heb je niveau drie. Daarbij organiseer je internationale coördinatievergaderingen waarbij je de nationale overheden mee aan tafel uitnodigt: parketmagistraat, onderzoeksrechter en de politiediensten. Indien nodig kan Europol het overleg mee volgen om interessante informatie aan te brengen.”

Niets gaat boven het samenbrengen van mensen rond eenzelfde tafel om de hindernissen van de internationale samenwerking te overwinnen” – Hilde Vandevoorde 

De coördinatievergaderingen blijven een zeer belangrijke tool voor Eurojust.  

Hilde: “Ze laten ons toe onze basistaak ten volle waar te maken. Niets gaat boven het samenbrengen van mensen rond eenzelfde tafel (in dezelfde ruimte in Den Haag of virtueel via videoconferentie) om de hindernissen van de internationale samenwerking te overwinnen. De infrastructuur en faciliteiten (moderne vergaderzalen, tolken en vertalingen) die Eurojust kan bieden, zijn natuurlijk van het grootste belang.” 

“De algemene cijfers van Eurojust tonen dat in 2024 640 coördinatievergaderingen werden georganiseerd. Met de Belgische Desk namen we aan 103 (van de 640) meetings deel, een stijging van 8% tegenover 2023. De vergaderingen gingen onder meer over: drugshandel, ontvoering, terrorisme, mensensmokkel, oorlogsmisdaden, moord, georganiseerde diefstal, cybercriminaliteit, oplichting en fraude, witwassen… De stijging van het aantal vergaderingen die door onze desk georganiseerd werden, laat zien dat ook onze nationale gerechtelijke overheden het nut ervan erkennen.” 

Naast coördinatievergaderingen kunnen ook coördinatiecentra worden opgesteld. Die vloeien vaak voort uit een coördinatievergadering. In zo’n coördinatiecentrum kan de gelijktijdige uitvoering van maatregelen als arrestaties, doorzoekingen, inbeslagname van bewijsstukken, ondervragingen van (potentiële) verdachten en getuigen, en bevriezing van bezittingen worden opgevolgd.  

Hilde: “In 2024 nam de Belgische Desk deel aan zes coördinatiecentra van Eurojust, waarvan één zelf georganiseerd en vijf op uitnodiging. Het kan dan zijn dat je een coördinatievergadering hebt gehad met vier landen waar een zaak lopende is. Dan moet je liefst gezamenlijk én op dezelfde dag tot actie overgaan en tussenkomen. Bij Eurojust wordt dan een coördinatiecentrum opgericht, waar de nationale overheden aan deelnemen (vaak via videoconferentie). Er worden dan actiedagen opgestart, waarbij bijvoorbeeld gelijktijdige arrestaties uitgevoerd worden in verschillende EU-landen. Dat is nodig om te voorkomen dat criminelen hun netwerken kunnen waarschuwen.” 

Tijdens een actiedag hebben deelnemers van het coördinatiecentrum toegang tot speciaal beveiligde communicatielijnen. Op basis van de informatie die binnenkomt van de betrokken autoriteiten verstrekt het coördinatiecentrum regelmatig informatie over de vorderingen van de operaties in het veld. Op basis van deze informatie kunnen de betrokken autoriteiten hun strategieën ter plaatse aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. Zo kan er een extra Europees onderzoeksbevel (EOB) nodig zijn om een adres te doorzoeken dat pas tijdens de actie naar boven is gekomen.  

Hilde: “Stel dat er een huiszoeking moet gebeuren en men op het laatste ogenblik merkt dat er eigenlijk een ander adres is waar de persoon in kwestie zich bevindt, dan kan vanuit het coördinatiecentrum de onderzoeksrechter daarvan rechtstreeks op de hoogte worden gesteld. De onderzoeksrechter kan dan eventueel een nieuw mandaat uitschrijven of een aanpassing doen, zodat alles rechtsgeldig kan gebeuren.” 

Wenke: “Ik heb dat al meegemaakt in een coördinatiecentrum, waarbij er op vraag van Frankrijk in België een huiszoeking werd uitgevoerd. Er moest uiteindelijk op een ander adres gezocht worden. Vanuit het coördinatiecentrum namen we contact op met de bevoegde onderzoeksrechters om een bijkomend Europees onderzoeksbevel uit te schrijven. Je kan dus internationale acties op die manier goed coördineren vanuit het coördinatiecentrum.” 

Toegang tot rechtsgebieden wereldwijd 

Samenwerken in een ruimte met 27 rechtssystemen is niet altijd even evident. Dankzij de unieke knowhow van Eurojust zorgen ze er toch voor dat nationale grenzen geen belemmering vormen voor het vervolgen van criminelen en het waarborgen van gerechtigheid. 

Hilde: “Bij Eurojust in Den Haag werken er in totaal een 300-tal mensen, waarvan een 120-tal bij de verschillende desks (waar elke EU-lidstaat er een van heeft). We noemen die desks soms wel eens ‘gerechtelijke ambassades’ (lacht). De overige collega’s behoren tot de Europese staff. Deze mensen staan in voor IT, beveiliging, HR, administratie… Zo ondersteunen ze de verschillende desks bij het voorbereiden en geven van juridische adviezen, het reserveren van zalen, het vertalen van teksten…” 

Daarnaast is er een nauwe samenwerking met derde landen om de uitdagingen van complexere misdaden te kunnen aanpakken die voortvloeien uit globalisering en digitalisering, in het bijzonder op het gebied van illegale migratie, mensenhandel/mensensmokkel en terrorismebestrijding. Eurojust beschikt daarom over contactpunten in meer dan 70 landen wereldwijd en over diverse verbindingsmagistraten uit derde landen die bij Eurojust gestationeerd zijn. Het heeft ook sterke partnerschappen met andere EU-agentschappen voor Justitie en binnenlandse zaken. 

Wenke: “Er werken twaalf verbindingsmagistraten van niet-EU-landen bij Eurojust in Den Haag, waaronder de Verenigde Staten, Albanië en Zwitserland. Doordat er een samenwerkingsovereenkomst is met hen kunnen we systematisch operationele informatie uitwisselen, waaronder persoonsgegevens. Dat is nodig voor een succesvolle vervolging van criminelen in zaken waar niet-EU-landen bij betrokken zijn. Met landen waarvan er geen verbindingsmagistraat is bij Eurojust en waar dus geen akkoord mee is afgesloten, kunnen we niet zomaar persoonlijke details uitwisselen.” 

“België heeft een enorm flexibele manier van werken. Wanneer we een zaak binnenkrijgen met hoogdringendheid, kunnen we snel schakelen om tot een eventuele oplossing te komen.” 

Flexibele en snelle manier van werken 

Misdadigers overschrijden zowel binnen- als buitenlandse grenzen van de Europese Unie. De vraag naar operationele ondersteuning bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit neemt dan ook gestaag toe. En zeker bij de Belgische Desk.  

Hilde: “In tegenstelling tot de algemene cijfers van Eurojust, waar een lichte daling van het aantal zaken vast te stellen is, hebben we op de Belgische Desk in 2024 een stijging van het aantal behandelde dossiers vastgesteld. We merken dat de collega’s uit binnen- en buitenland tevreden zijn van onze tussenkomsten en sneller beroep doen op onze Belgische Desk om geholpen te worden in hun dossiers. Georganiseerde criminaliteit is daarbij de hoofdbrok van de zaken die we behandelen, met een grote focus op drugsfeiten en mensensmokkel.”

Ieder land, binnen en buiten de Europese Unie, heeft zijn eigen manieren van werken.  

Wenke: “Met de Belgische Desk is er een coördinatie op internationaal niveau van de zaken. We werken hierbij nauw samen met onze collega’s van het Federaal Parket in Brussel. Wanneer een zaak bij drie verschillende parketten zit in ons land, dan kan het nuttig zijn  eerst intern in België een coördinatie te houden bij het Federaal Parket, waarna we de zaak bij Eurojust kunnen behandelen en één parketmagistraat mee uitnodigen voor de overlegmomenten.” 

Hilde: “Je merkt dat die nationale coördinatie er niet bij elk land is. Wanneer we een overleg houden met Italië bijvoorbeeld dan zijn er meerdere magistraten aanwezig van verschillende arrondissementen: eentje uit het Noorden van Italië, eentje uit Centraal-Italië en eentje uit het Zuiden. Bij Duitsland zit je met de verschillende Bundesländer (deelstaten). Bij hen is er enkel een centralisatie van terrorismedossiers. Ze hebben er ook geen nationale databanken om zaken te identificeren, zoals dat in België wel het geval is.” 

Wenke: “Je merkt hier vrij snel dat België een enorm flexibele manier van werken heeft.  Wanneer we een zaak binnenkrijgen met hoogdringendheid, dan kunnen we snel schakelen om tot een eventuele oplossing te komen.” 

Hilde: “Als je onze desk vergelijkt met andere landen, dan zijn wij een van de kleinste desks, maar behandelen we elk jaar wel een groot aantal dossiers. We zitten daarmee ver boven het gemiddelde en elk jaar in de top drie. In 2024 kenden we een lichte stijging van het aantal nieuwe dossiers: 495 dossiers (tegenover 455 in 2023), waarvan 127 als verzoekende staat en 328 als aangezochte staat.” 

“Van de dossiers die op verzoek van België geopend werden, betreffen meer dan de helft oplichting-fraude-valsheid in geschrifte, aanslag op het leven, mensenhandel en mensensmokkel. De meeste dossiers richtten zich tot Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje en Italië. De dossiers waar België het aangezochte land was, geven eenzelfde vaststelling van de misdrijven. Het overgrote deel van deze zaken betreft oplichting-fraude-corruptie, witwassen, drugszaken en georganiseerde criminaliteit. De landen die ons het meest aanzoeken, zijn Italië, Frankrijk, Duitsland en Spanje. We zijn dus een zeer actieve en bevlogen desk die zich elke dag sterk inzet om mee het verschil te maken.” 

Morgen (in deel 2) vertellen Hilde en Wenke meer over hoe een doorsnee dag eruitziet voor hen bij Eurojust, op welke manier ze zich inzetten binnen verschillende werkgroepen, en hoe het is om te werken en wonen in Den Haag. 

 

Nieuws

Ander Nieuws